Graszaad wordt geteeld voor de oogst van het zaad, bijproduct is het hooi dat verkocht wordt aan veehouders voor voer. Graszaadhooi wordt vooral gewaardeerd vanwege de structuurwaarde. Koeien hebben deze nodig voor een goede penswerking.
Wij telen al jaren rietzwenkgras, een vrij hard, stengelig gewas, dat erg diep wortelt. Het wordt in het voorjaar tegelijk met de zomergerst gezaaid. Rietzwenkgras wordt vanwege een goede droogteresistentie het meest afgezet naar droge gebieden zoals Zuid-Europa.
Rietzwenkgras kiemt en ontwikkelt zich erg langzaam. Het gras ontwikkelt zich in de herfst om het volgend voorjaar zeer snel uit te groeien tot een hoog gewas met lange pluimen. In mei bloeit het gewas waarbij, bij een beetje wind, grote wolken stuifmeel vrijkomen. In juli wordt het rijpe gewas gemaaid en bij droog weer enkele dagen later gedorst. Het zaad wordt meestal in kisten in de schuur nagedroogd, waarna het afgeleverd wordt naar Innoseeds in Kappele. Daar wordt het zaad geschoond, opgeslagen en verkocht.
De laatste jaren telen wij ook Engels raaigras, meer geschikt voor grasland. De teelt is vrij gelijk aan rietzwenk, Engels raai wordt echter in de herfst gezaaid en ontwikkelt zich veel sneller. Het gewas is veel slapper, waardoor het in de zomer geheel tegen de grond ligt. De oogst is begin augustus.